Traditionele Chinese Geneeskunde

De TCG is een natuurfilosofie die bestaat uit 8 oorspronkelijke takken. Voeding is daar een essentieel onderdeel van en is basisvoorwaarde voor een goede gezondheid. Ook therapeutisch kan het worden ingezet om verstoringen te verhelpen.

TCG heeft als uitgangspunt een goede gezondheid en beschouwt pijn en ziekte als signalen dat het lichaam uit balans is.


Voeding ligt aan de basis van onze gezondheid. De huidige geïndustrialiseerde maatschappij heeft er helaas voor gezorgd dat we inmiddels niet meer zo goed weten wat we eten en we steeds minder goed voelen wat goed voor ons is en wat niet. Voedingsmiddelen worden voor een groot deel gefabriceerd. We eten uit pakjes, waar allerlei stoffen aan zijn toegevoegd om er voor te zorgen dat het bijvoorbeeld lang houdbaar is en niet verkleurd. We kunnen het hele jaar door aardbeien eten, die van over de hele wereld worden aangevoerd. Onnatuurlijke chemische landbouw, de bio-industrie en voortschrijdende levensmiddelentechnologie beïnvloeden de kwaliteit van ons voedsel. D. Weston A. Price heeft de relatie gelegd tussen fysieke degeneratie en de kwaliteitsvermindering van voeding. De Traditionele Chinese Geneeswijze TCG benaderd voeding vanuit het energetisch perspectief, biedt inzicht en helpt bij het maken van de juiste voedselkeuze en bereiding.

In de Chinese geneeskunde wordt gesteld dat wat we eten moet passen bij wie we zijn, welk seizoen het is en hoe het bereid is. Bijvoorbeeld: als iemand het vaak koud heeft, zou hij geen koud voedsel of koude drankjes moeten drinken. In de winter kan je beter verwarmend voedsel eten. Rauwkost heeft een koelend effect op het lichaam en geroosterd voedsel een verwarmend effect.

Verder heeft voedsel een energetische smaak en temperatuur. Dit betekent dat een smaak een bepaald effect heeft op het lichaam:
Zuur werkt bijvoorbeeld samentrekkend en bitter afdrijvend (denk aan de stoelgang die op gang komt na een kop sterke koffie). De energetische temperatuur kan het lichaam verkoelen of verwarmen. Thee wordt meestal warm gedronken, maar heeft in het lichaam meestal een verkoelend effect.

Een groot onderdeel is de samenstelling van de voeding. Volgens de TCG wordt er grotendeels gekeken naar de natuur. In gebieden waar het warm is groeien bijvoorbeeld vruchten die een bevochtende en afkoelende werking hebben. In de winter worden alleen verwarmende producten gegeten, denk dan bijvoorbeeld aan stoofpotjes waarbij de lange kookduur de onderdelen een extra verwarmend effect meegeven. Er wordt ook gekeken naar wat een persoon nodig heeft. Als je het altijd warm hebt en makkelijk zweet is het niet verstandig om veel heet en gekruid voedsel te eten. De manier waarop gegeten wordt is ook erg belangrijk; zo is het beter om goed te kauwen omdat het dan minder energie kost voor je lichaam om de voeding te verteren, in een rustige omstandigheid te eten, geen ruzie te maken tijdens het eten, regelmatig te eten en niet te veel voedsel tot je nemen. Met name dat laatste kennen we allemaal. Als je een keer te veel eet voel je je opgeblazen, moe en krijg je oprispingen of moet je boeren. Dit zijn allemaal tekenen dat je lichaam het voedsel niet goed kan verteren en verwerken.

Voeding neemt binnen de Traditionele Chinese Geneeswijze, de TCG, een belangrijke plaats in. Het geeft:

  • Een systemische verklaring die uitlegt waarom bepaalde voeding een bepaalde uitwerking heeft bij bepaalde mensen of kwalen. Zij wijst op effecten van keuzes op de lange en korte termijn.
  • Brede toepasbaarheid dat zowel genezend als preventief werkt.
  • De traditionele voedingsleer is gebaseerd op eeuwenoude kennis en ervaring.
  • Economisch haalbaar: houdt rekening met de seizoenen.
  • Omdat de mens direct in verbinding staat met zijn omgeving, de aarde en de natuur, bepleit de voedingsleer ook ecologische duurzaamheid.

Maar het geeft ook inzicht in:

  • Welke voeding is nu echt gezond voor mij?
  • Waarom kan de één goed tegen pittig eten en brengt het bij de ander de maag van streek?
  • Waarom kunt u zo loom worden van de ene maaltijd en knapt u op van het andere?
  • Wilt u weten hoe u met voeding uw energiedip van de dag of een bepaald seizoen kunt opvangen?

Binnen de TCG voedingsleer spelen alle factoren die u beïnvloeden een rol, dus zowel voeding als omgevings-, emotionele en weersfactoren. Een paar praktische voorbeelden:

  • Verwarmende producten brengen het lichaam in beweging, maken het warm en helpen (afval)stoffen om te zetten in andere producten. Voorbeelden zijn peper, kaneel, kruidnagel, lamsvlees, wortel, venkel, ui.
  • Verkoelende producten helpen het lichaam tot rust brengen, bouwen het lichaam op en maken het koeler. Verkoelend werken o.a. fruit, yoghurt, bladgroenten, komkommer en water.
  • Bakken, braden, stoven en smoren en toevoeging van specerijen maken eten meer verwarmend.
  • slijmvormende, vochtverhogende voedingsmiddelen (melk, kaas, vet)
  • slijm- en vochtoplossende producten, zoals radijs, knoflook en gember
  • Bij droog weer, harde ontlasting of een droge huid werken scherpe, verwarmende producten, zoals specerijen averechts. Verzachtend werken juist vochtinbrengende producten, zoals fruit, olie en noten.

De 5 elementenleer

Binnen de TCG voedingsleer wordt er veel gebruik gemaakt van de vijf-elementenleer. Hierbij worden processen in onszelf en in de natuur beschreven vanuit vijf basiselementen. Elk element staat voor een bepaalde voeding, kleur, orgaan, seizoen, emotie enzovoort. Deze vijf basiselementen zijn: hout, vuur, aarde, metaal en water. In een gezonde situatie houden alle elementen elkaar in evenwicht. Hoogstens zal – afhankelijk van uw basisstofwisseling – een element iets sterker of zwakker vertegenwoordigd zijn. Bij onbalans, klachten en ziekte kunnen één of meerdere elementen uit evenwicht raken. Daarmee zorgen ze voor allerlei ongemak. Het ongemak kan komen doordat een element te sterk of juist te zwak aanwezig is.

 

 

 

 

Hieronder vindt u een beknopt overzicht van de elementen en hun relatie met voeding, organen

Hout

Vuur

Aarde

Metaal

Water

Lever

Hart

Maag

Long

Nier

Galblaas

Dunne darm

Pancreas

Dikke darm

Blaas

Groen

Rood

Geel, oranje

Wit

Blauw, zwart

Zuur

Bitter

Zoet

Scherp

Zout

Stengel

Blad

Vrucht

Knol

Wortel, zaad

Voorjaar

Zomer

Nazomer

Herfst

Winter

Wind

Hitte

Vocht

Droogte

Koude

Woede

Vreugde

Piekeren

Verdriet

Angst

Ochtend

Middag

Namiddag

Avond

Nacht